-
1 boast
n. bluf, grootspraak--------v. opscheppenboast1[ boost] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 trots ⇒ roem, glorie♦voorbeelden:————————boast21 opscheppen ⇒ overdrijven, sterke verhalen vertellen♦voorbeelden:1 boast about/of • opscheppen over, zich laten voorstaan opII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 this town boasts a stadium • deze stad is de trotse bezitter van een stadion/is een stadion rijk -
2 romance
n. roman; liefdesverhaal; overdreven zijn--------v. fantaseren; het hof makenromance1[ rəmæns, roomæns]————————romance2♦voorbeelden: -
3 draw the longbow
-
4 longbow
n. (grote) handbooglongbow♦voorbeelden: -
5 romance about one's love-affairs
romance about one's love-affairs
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский